Effect vergrijzing op de woningmarkt in 2030

De gemeente onderzocht het effect van de vergrijzing op de Amersfoortse woningmarkt op langere termijn. We gebruikten hiervoor twee scenario’s die de mogelijk toekomstige woonsituatie van 75+ huishoudens in 2030 weergeven. Hieruit blijkt dat de woonsituatie van de huidige generatie 75+ huishoudens verschilt van de woonsituatie van de toekomstige generatie ouderen.

75+ huishoudens in 2030: twee scenario's

Scenario 1
In het eerste scenario leggen we de huidige woonsituatie van 75+ huishoudens op de prognose van 75+ huishoudens in 2030. Volgens dit scenario zullen in alle huur- en koopsegmenten in 2030 meer oudere huishoudens wonen dan in 2016, simpelweg vanwege de toename van het aantal 75+ huishoudens. Echter, de toename van het absolute aantal oudere huishoudens dat woont in de kernvoorraad en het duurdere koopsegment is beduidend groter dan in de andere segmenten.

Scenario 2
In het tweede scenario leggen we de woonsituatie van de toekomstige 75+ huishoudens – de huidige huishoudens van 61 t/m 74 jaar – op de prognose van 75+ huishoudens. Volgens dit scenario zien we de groei van het aantal oudere huishoudens vooral terug in het duurdere koopsegment. In absolute aantallen groeit ook het aantal huishoudens in de kernvoorraad nog wel, maar het aandeel 75+ huishoudens dat in de kernvoorraad woont neemt af tussen 2016 en 2030. Opvallend is de afname van oudere huishoudens in gereguleerde particuliere huurwoningen.

Afweging
De vergelijking van beide scenario’s maakt duidelijk dat de huidige generatie 75+ huishoudens (scenario 1) verschilt van de toekomstige generatie ouderen (scenario 2). Dit is een landelijke ontwikkeling. De toekomstige generatie ouderen is welvarender, heeft een hoger inkomen en kent een hoger aandeel eigenwoningbezit. De huidige generatie 75+’ers zijn juist overwegend huurders. Scenario 2 houdt rekening met de toekomstige generatie 75+ huishoudens door te kijken naar de woonsituatie van huidige huishoudens van 61 t/m 74 jaar (die dus in 2030 75+ jaar zijn). Daarom verwachten wij dat scenario 2 een betere inschatting geeft van de woonsituatie van oudere huishoudens in 2030 dan scenario 1.

Aanpassingsopgave

De vergrijzing, in combinatie met het langer thuis blijven wonen en de extramuralisering, betekent een toenemende behoefte aan woningen die geschikt zijn om oud in te worden. De opgave voor de woningvoorraad is er daarom eerder een van aanpassing van de bestaande voorraad dan van uitbreiding door nieuwbouw. Vanwege het verwachte toenemende eigenwoningbezit onder ouderen, verschuift de aanpassingsopgave meer en meer van de corporaties naar de huiseigenaren.

Vrijkomende woningen

Op de langere termijn gaan veel woningen vrijkomen wanneer de babyboomgeneratie door overlijden of verhuizing naar een zorginstelling de woningmarkt gaat verlaten. Vanaf 2026 bereiken de eerste babyboomers het 80e levensjaar. De veronderstelling is dat vanaf die leeftijd huishoudens de woningmarkt in toenemende mate gaan verlaten. Het zijn vooral eengezins koopwoningen boven de € 185.000 die op langere termijn vrijkomen maar ook veel gereguleerde corporatiewoningen.